|
|||||||||||||||||||||||||||
Home > Verplichtingen van de gebruiker > Bruikbare stoffen Stoffen die gebruikt en in de handel gebracht kunnen worden |
|||||||||||||||||||||||||||
Een van de verplichtingen waar een downstreamgebruiker onder REACH mee geconfronteerd kan worden, is dat hij eerst moet controleren of hij een bepaalde stof gebruiken of in de handel brengen mag. Registratieplichtige stoffen Onder REACH mogen downstreamgebruikers geen stoffen gebruiken of in de handel brengen die niet geregistreerd zijn indien registratie verplicht is. Dit betekent dat de producten die gebruikt en in de handel worden gebracht slechts stoffen mogen bevatten die:
Dit is van toepassing op stoffen als zodanig, stoffen in preparaten en stoffen die bedoeld zijn om vrij te komen uit voorwerpen3 bij normale of redelijkerwijs te voorziene gebruiksomstandigheden. In de praktijk, dient de downstreamgebruiker ervoor te zorgen dat zijn leverancier op de hoogte is van REACH en aan de eisen voldoet. Indien de leverancier een distributeur of een andere downstreamgebruiker is, moet hij dit verzoek aan de eerstvolgende actor stroomopwaarts in de toeleveringsketen doorgeven. Indien het een groot aantal stoffen betreft, kan het niet haalbaar zijn om met alle leveranciers tegelijkertijd contact op te nemen; de downstreamgebruiker kan het derhalve wenselijk achten om zijn middelen eerst op de meest belangrijke stoffen te concentreren. Dit betekent echter dat het gebruik van de andere stoffen in het gevaar kan komen als gevolg van mogelijke niet-naleving van REACH. Kennisgevingsplichtige stoffen Stoffen die gebruikt worden voor onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procédés (OOPP) kunnen vrijstelling van registratieverplichting verkrijgen indien het Europese Agentschap voor Chemische stoffen hiervan in kennis wordt gesteld. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 5 jaar en kan op aanvraag voor nog eens 5 jaar verlengd worden (10 jaar in het geval van medicijnen of stoffen die niet in de handel zijn gebracht), zolang het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma dit rechtvaardigt. De vrijstelling geldt alleen voor de hoeveelheid stof die voor het OOPP door de fabrikant of de importeur zelf of in samenwerking met een beperkt aantal vermelde afnemers gebruikt wordt. Het Agentschap kan eventueel besluiten om voorwaarden op te leggen om ervoor te zorgen dat de stof alleen door personeel van vermelde afnemers in redelijkerwijs gecontroleerde omstandigheden gehanteerd wordt en dat na het verlopen van de vrijstellingsperiode resterende hoeveelheden worden ingezameld voor verwijdering. Een downstreamgebruiker van een stof, die als één van de geselecteerde afnemers met wie de fabrikant of importeur op een OOPP kennisgeving is vermeld, moet de stof voor OOPP gebruiken en binnen de door het Agentschap gestelde en aan hem door zijn leverancier meegedeelde voorwaarden. Een andere vorm van kennisgeving betreft sommige zeer zorgwekkende stoffen die in voorwerpen aanwezig zijn. Indien een stof voor uiteindelijke opname in bijlage XIV van REACH geïdentificeerd is (lijst met autorisatieplichtige stoffen) en in hoeveelheden groter dan één ton per jaar in alle door de fabrikant vervaardigde voorwerpen aanwezig is, in een concentratie groter dan 0,1 gewichtsprocent - indien niet reeds geregistreerd voor dat gebruik - moet de stof worden aangemeld (behalve indien blootstelling aan mensen of aan het milieu bij normale of redelijkerwijs te voorziene gebruiksomstandigheden, met inbegrip van verwijdering, kan worden uitgesloten). Om een onderbreking in de toeleveringsketen te voorkomen als gevolg van het ontbreken van een kennisgeving (of registratie), dient de downstreamgebruiker ervoor te zorgen dat de fabrikant van de voorwerpen hoger in de toeleveringsketen aan de REACH verplichtingen voldoet. Autorisatieplichtige stoffen Het gebruik van sommige stoffen kan aan een autorisatieverplichting gebonden zijn. Dit zal door de leverancier aangegeven worden, hetzij in rubriek 15 van het veiligheidsinformatieblad of als onderdeel van de verstrekte informatie indien een veiligheidsinformatieblad niet vereist is. Dienst kunnen tevens onderstaande door het Agentschap gepubliceerde lijst controleren: de lijst met kandidaat-stoffen voor uiteindelijke opname in bijlage XIV van REACH (autorisatieplichtige stoffen), de aanbevelingen voor de stoffen die dienen te worden opgenomen in bijlage XIV (eerste aanbevelingen uiterlijk 1 juni 2009) en bijlage XIV, wanneer beschikbaar. Een in bijlage XIV opgenomen stof mag gebruikt worden voor toepassingendie vrijgesteld zijn van autorisatieplicht. Een downstreamgebruiker moet derhalve controleren of zijn gebruik dan wel van autorisatieplicht is vrijgesteld. Indien de stof is vrijgesteld van de autorisatieplicht, kan hij voortgaan met het gebruik ervan zonder autorisatie. Desondanks moet hij de gebruiksvoorwaarden en risicobeheersmaatregelen die hem door zijn leverancier zijn meegedeeld toepassen. Aan beperkingen onderworpen stoffen Onder REACH, kunnen beperkingen het gebruik van een stof beperken. Indien er beperkingen gelden voor een stof, ofwel als zodanig, of in een preparaat of voorwerp, kan de downstreamgebruiker alleen voortgaan met het gebruik ervan indien hij aan deze beperkingen voldoet. De leverancier moet informatie bijvoegen of een stof die hij levert aan de beperkingen in rubriek 15 van het veiligheidsinformatieblad onderworpen is. Indien een veiligheidsinformatieblad niet vereist is, is de leverancier verplicht om informatie te verstrekken m.b.t. eventuele stoffen die aan beperkingen zijn onderworpen.
1. REACH creëert een speciale overgangsregeling voor stoffen die, onder speciale voorwaarden, reeds vervaardigd of in de handel gebracht waren voor de inwerkingtreding van de REACH op 1 juni 2007. Dergelijke stoffen die “geleidelijk geïntegreerde stoffen”worden genoemd, worden geleidelijk in verschillende fases aan het registratiesysteem onderworpen, in plaats van onmiddellijk in één keer. Een preconditie om van de overgangsregeling gebruik te kunnen maken is preregistratie van geleidelijk geïntegreerde stoffen. Preregistratie vindt plaats gedurende de periode van 6 maanden van 1 juni 2008 tot 1 december 2008. Uiterlijk 1 januari 2009, publiceert het Agentschap de lijst met gepreregistreerde stoffen op haar website. Indien een stof niet op de lijst is vermeld, kan de downstreamgebruiker zijn belangstelling hiervoor aan het Agentschap kenbaar maken. Het Agentschap zal dan de naam van de stof op zijn website publiceren. Op aanvraag van een potentiële registrant, zal het Agentschap aan hem de contactgegevens van de downstreamgebruiker verstrekken. "First time" fabrikanten en importeurs van geleidelijk geïntegreerde stoffen die na 1 December 2008 meer dan 1 ton per jaar bedragen kunnen nog steeds een preregistratie aan het Agentschap voorleggen. Dit op voorwaarde dat de preregistratie binnen 6 maanden na de eerste vervaardiging/invoer plaatsvindt en mits de preregistratiedatum ten minste 12 maanden voor de desbetreffende registratietermijn valt.
2. Zodra de registratie voor een gegeven stof compleet is, wordt aan de registrant voor de desbetreffende stof een registratienummer toegewezen. Deze zal voor elke levering na ontvangst van dat nummer moeten worden toegevoegd aan het veiligheidsinformatieblad.
3. Fabrikanten van voorwerpen moeten een stof die in hoeveelheden groter dan één ton per jaar in hun voorwerpen aanwezig is en bedoeld is om bij normale of redelijkerwijs te voorziene gebruiksomstandigheden vrij te komen, preregistreren/registreren indien de desbetreffende stof nog niet voor die toepassing geregistreerd is (hoger in dezelfde toeleveringsketen of in welke andere toeleveringsketen dan ook) .
Het dient tevens vermeld te worden dat het Agentschap, onder bepaalde voorwaarden, registratie van stoffen die in voorwerpen aanwezig zijn, maar niet bedoeld zijn om vrij te komen, kan verlangen.
|
|||||||||||||||||||||||||||