BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR HU IT LT LV MT NL PL PT RO SK SL SV
   
 
  Home > Verplichtingen van de gebruiker > Communicatie

Plicht om informatie te communiceren stroomopwaarts en stroomafwaarts in de toeleveringsketen

   
 

Onder REACH moeten downstreamgebruikers bepaalde informatie naar de volgende actor (dit kan een distributeur zijn) 1) stroomopwaarts en stroomafwaarts in de toeleveringsketen communiceren. Elke actor die dergelijke informatie ontvangt kan ook gevraagd worden om dit door te geven in de toeleveringsketen.

Leveranciers van nieuwe informatie betreffende gevaarlijke eigenschappen op de hoogte stellen

Een downstreamgebruiker van een stof of een preparaat is verplicht om zijn directe leverancier van nieuwe informatie betreffende gevaarlijke eigenschappen op de hoogte te stellen, ongeacht de betreffende gebruiken. "Nieuwe" informatie houdt in informatie die niet door de leverancier aan de downstreamgebruiker is gecommuniceerd en die niet beschikbaar is in openbare databases of literatuur. Het kan betrekking hebben of stoffen of op preparaten. Er is echter geen precieze definitie in REACH van wat als nieuwe informatie wordt beschouwd. Voorbeelden van nieuwe informatie zijn waarnemingen van acute gezondheidseffecten op de werkplek of resultaten van door de downstreamgebruiker uitgevoerde testen.
De downstreamgebruiker wil misschien eerst alleen het feit dat hij nieuwe informatie heeft en het resultaat communiceren. Hij is niet verplicht om het testrapport te versturen; indien de leverancier geïnteresseerd is in het verkrijgen van het complete studierapport, kan de downstreamgebruiker onderhandelen over de voorwaarden voor het verstrekken van dergelijke informatie.
Er bestaan geen specifieke termijnen voor het stroomopwaarts communiceren van informatie betreffende gevaren. De downstreamgebruiker dient dit te doen zodra hij zich realiseert dat, in vergelijking met de van zijn leverancier ontvangen informatie, hij in het bezit is van nieuwe informatie.

Indien de indeling van een stof een andere is dan die van zijn leveranciers, is de downstreamgebruiker tevens verplicht2 om dit aan het Europese Agentschap voor Chemische stoffen te melden. De reden voor verschillen in indeling zou kunnen zijn het gebruik van nieuwe gegevens of een verschillende uitleg van bestaande gegevens. In het laatste geval dient de downstreamgebruiker dit alleen aan het Agentschap te melden.

Informeren van leveranciers betreffende de juistheid van risicobeheersing

Een downstreamgebruiker moet informatie dat de juistheid van de in het aan hem verstrekte veiligheidsinformatieblad aanbevolen risicobeheersmaatregelen in twijfel zouden kunnen trekken aan hem kenbaar maken (alleen aanbevelingen voor geïdentificeerd gebruik). Deze vereiste heeft betrekking op het centrale deel van het veiligheidsinformatieblad, alsmede op het (de) blootstellingscenario('s)3 zoals gegeven in de bijlage.
REACH geeft geen nauwkeurige omschrijving van welke informatie de downstreamgebruiker dient door te sturen, of in welk formaat. De downstreamgebruiker dient voldoende informatie te verschaffen om te rechtvaardigen waarom hij de aanbevelingen als ongeschikt beschouwt. Indien hij de maatregelen als ineffectief of te beschermend beschouwt, dient hij aan te geven waarom dit het geval is, misschien d.m.v. een verwijzing naar zijn eigen operationele voorwaarden en de resultaten van zijn risicobeoordelingen. Indien de aanbevelingen in strijd zijn met de indeling en etikettering of bestaande wetgeving, zijn verwijzingen hiernaar voldoende.

Doorsturen van aanvragen om van een gebruik een geïdentificeerd gebruik te maken

Elk professionele afnemer heeft het recht om zijn directe leverancier schriftelijk (op papier of elektronisch) op de hoogte te stellen van een gebruik van een stof of preparaat, met als doel om hiervan een geïdentificeerd gebruik te maken. Dit is voornamelijk belangrijk voor stoffen of preparaten die met blootstellingsscenario('s) worden geleverd3 (zie Naleving van het veiligheidsinformatieblad). In deze gevallen, indien de directe leverancier een downstreamgebruiker is, kan hij besluiten om het gebruik te identificeren en een downstreamgebruiker chemisch veiligheidsrapport daarvoor op te stellen of hij kan de aanvraag aan de volgende actor in de toeleveringsketen doorgeven. Hij kan tevens dit gebruik afraden, indien hij niet in staat in om veilige gebruiksvoorwaarden te identificeren, en besluiten om dit gebruik niet in zijn chemisch veiligheidsrapport op te nemen; in dat geval moet hij de aanvraag stroomopwaarts doorgeven, anders mag hij niet langer aan zijn afnemers leveren.

Aanbevelen van passende risicobeheersmaatregelen aan afnemers

Elke downstreamgebruiker moet zijn afnemers van informatie voorzien met betrekking tot gevaren, veilige gebruiksvoorwaarden en passend risicobeheersingsadvies voor stoffen als zodanig, in preparaten of in voorwerpen (zie Stroomafwaartse communicatie in de toeleveringsketen).

In sommige gevallen, wanneer de downstreamgebruiker een preparaat formuleert en het in de handel brengt, kan er geëist worden dat hij (een) blootstellingsscenario('s) consolideert of ontwikkelt3,4 die het gebruik van de stoffen in de preparaten in stroomafwaartse richting van de toeleveringsketen dekt (dekken) en deze bij zijn eigen veiligheidsinformatieblad voegt. Veiligheidsinformatiebladen van preparaten kunnen het volgende bevatten:

  • blootstellingsscenario('s) met betrekking tot het preparaat,
  • blootstellingsscenario('s) met betrekking tot elke gevaarlijke stof waarvoor een chemische veiligheidsbeoordeling en (een) blootstellingsscenario('s) vereist is en die in een preparaat kunnen voorkomen, of
  • blootstellingsscenario('s) voor zowel het preparaat als voor de individuele gevaarlijke stoffen.

Voor afnemers die eindgebruikers zijn, kan de formuleerder besluiten om de van zijn leverancier(s) ontvangen blootstellingsscenario's - en die alle of sommige van de stoffen in het preparaat dekken - samen te voegen en in nieuwe blootstellingsscenario('s) voor de preparaten te consolideren in plaats van ze alleen maar door te sturen. Indien de formuleerder echter aan een andere formuleerder levert, zou het doorsturen van de scenario's zonder wijzigingen de voorkeur verdienen, aangezien deze de afnemer van voldoende informatie voorzien om een chemische veiligheidsbeoordeling uit te voeren, indien vereist, of de informatie voor de eindgebruiker samen te voegen, indien nodig. In ieder geval dienen de ingediende blootstellingsscenario ('s) te kloppen met de informatie verstrekt in het centrale deel van het veiligheidsinformatieblad van het preparaat.
Bij het samenvoegen van blootstellingsscenario('s) die de formuleerder van zijn leverancier heeft ontvangen, moet hij de scenario('s) selecteren die van belang zijn voor de gebruiken van zijn preparaat. Hij moet de risicobepalende stoffen van de preparaten voor elke blootstellingsroute identificeren met als doel het selecteren van de meest geschikte risicobeheersmaatregelen.
Indien zijn eigen gebruiksvoorwaarden of de gebruiksvoorwaarden stroomafwaarts in de toeleveringsketen zoals aangegeven door zijn afnemers niet gedekt zijn, kan hij een downstreamgebruiker chemisch veiligheidsrapport opstellen en voor hen (een) blootstellingsscenario('s) ontwikkelen.


1. Onder REACH, een distributeur is een in de Gemeenschap gevestigde actor die alleen stoffen en preparaten opslaat en in de handel brengt.
2. Er hoeft geen rapport bij het Agentschap ingediend te worden indien de downstreamgebruiker minder dan 1 ton per jaar van de stof als zodanig of in een preparaat, gebruikt. Indien hij echter gerekend heeft op de vrijstelling van de verplichting om een downstreamgebruiker chemisch veiligheidsrapport op te stellen op basis van het feit dat hij in totaal minder dan 1 ton per jaar van de stof of preparaat gebruikt, dient hij zijn indeling te melden (van downstreamgebruikers kan geëist worden om een downstreamgebruiker chemisch veiligheidsrapport op te stellen wanneer hun gebruik buiten de voorwaarden valt zoals beschreven in de bijlage van het door hen ontvangen veiligheidsinformatieblad of wanneer hun gebruik niet door deze bijlage wordt gedekt).
3. Een blootstellingsscenario beschrijft hoe een stof (als zodanig, in een preparaat of in een voorwerp) tijdens de levenscyclus gebruikt wordt en hoe een downstreamgebruiker blootstelling aan mensen en het milieu beheerst of de beheersing hiervan aanbeveelt. Het bevat passende risicobeheersmaatregelen en operationele voorwaarden die, indien correct toegepast, verzekeren dat de risico's verbonden aan de gebruiken van een stof voldoende worden beheerst. Blootstellingsscenario('s) worden ontwikkeld binnen het kader van een chemische veiligheidsbeoordeling, voor stoffen vervaardigd of ingevoerd in hoeveelheden van 10 ton of meer per jaar en die aan elk criterium voor indeling als gevaarlijk voldoen (in overeenstemming met Richtlijn 67/548/EG) of als PBT (persistente, bioaccumulerende en toxische) of zPzB (zeer persistente en zeer bioaccumulerende) stoffen worden beoordeeld (in overeenstemming met de criteria in bijlage XIII van REACH). Blootstellingsscenario's die alle of sommige stoffen in een preparaat dekken kunnen tot een enkel blootstellingsscenario voor het preparaat samengevoegd worden.
4. Geen chemische veiligheidsbeoordeling (en derhalve geen blootstellingsscenario) is vereist voor stoffen die in een preparaat voorkomen met een concentratie kleiner dan de laagste concentratiedrempel zoals omschreven in artikel 14(2) van REACH.


logo CNRS

Prévention du risque chimique, Frankrijk, 2007
Dit document wordt alleen ter informatie verstrekt en vormt onder geen enkele voorwaarde een juridisch advies. De enige authentieke wettelijke referentie is de tekst van de REACH verordening (Verordening (EG) nr. 1907/2006).